ONBEVANGEN

Gevraagd naar wat de voetballer Johan Cruijff zo bijzonder maakte, antwoordde Jan Mulder dat Johan in de Europa Cupfinale net zo speelde als hij in de ‘zwart-witte’ straten van Betondorp deed. ‘Cruyffie’ was altijd zoveel beter dat hij zich op het hoogste niveau niet hoefde aan te passen. De weerstand was dan wel toegenomen; hij merkte er simpelweg niets van. Hij passeerde een Aad Mansveld of een Gabriele Oriali net zo gemakkelijk als Danny in de Vinkeveense keuken.

De observatie van Mulder zou een vuistregel in de Amsterdamse jeugdopleiding moeten zijn. ‘Jopie’ zal niet het enige jochie zijn die bij de pupillen en in de junioren iedereen voorbij loopt maar met het klimmen van de jaren en de verwachtingen, verliezen ook de talenten op De Toekomst die onbevangenheid die JC zich kon blijven permitteren.

Het zijn de allergrootsten die niet hoeven na te denken over de vragen die hen onder druk, in competitie worden gesteld. Michael Jordan schoot in de NBA net zo onbedreigd raak als hij in ieder college-basketbalzaaltje kon. Bobby Fischer dreef Boris Spassky in de schaaktweekamp om de wereldtitel tot dezelfde wanhoop als een toevallige opponent in het park. Het is Fischer, Jordan en Johan komen aanwaaien.

Ook al is een dergelijk overwicht niet voor iedereen weggelegd, Ajax zou die persoonlijke autonomie zo ver mogelijk moeten oprekken. Wat onder Louis van Gaal en Co Adriaanse begon met het maatgevende T.I.P.S. (Techniek, Inzicht, Persoonlijkheid en Snelheid) is inmiddels uitgegroeid tot een curriculum waarin alles wordt gemeten en geëvalueerd. Vraag is wél of in die wereld van parameters nog ruimte is voor instinct en intuïtie. Dat het egoïstische pingelen niet al is afgeleerd voordat het daar, later in het eerste elftal aan ontbreekt?

Cruijff propageerde niet zonder reden dat opleiden vooral héél veel voetballen is; fouten maken en daarvan leren. Het is zaak zolang mogelijk op gevoel, techniek en eigen ervaring uit de voeten te kunnen. Het tactische dwangbuis waarin het Nederlands voetbal gevangen zit kan maar beter worden verbrand. Ajax zou de observatie van Mulder – ‘Welk talent is in staat om te blijven uitblinken als voorheen’ – moeten cultiveren in hun talentanalyse. Het is waar ‘Wij zijn de besten’ voor staat en wat Marco van Basten, Dennis Bergkamp en Wesley Sneijder heeft voortgebracht.

Op de ‘Cruyff Courts’ spelen wekelijks 65.000 kinderen ‘onbewaakt’ voetbal en vanaf dit seizoen heeft Johan zijn eigen kathedraal waar dan ook zijn evangelie mag worden gepredikt. Hakim Ziyech is het schoolvoorbeeld van een speler die net zo onbevangen voetbalt als in zijn vroege (niet Ajax) jeugd. Alleen al om die reden zou hij de Johan Cruijff ArenA aan zijn eerste landstitel moeten helpen.

Robert Leon ©

In Mokum Magazine – augustus 2018 (#59)

‘PEC ZWOLLE IN BRAZILIË’ (SPANJE – NEDERLAND 1-5)

SALVADOR – 13 JUNI 2014

27.  0-1  Xavi Alonso (Penalty)
44.  1-1  Robin van Persie (Assist Daley Blind)
53.  1-2  Arjen Robben (Assist Daley Blind)
64.  1-3  Stefan de Vrij (Corner Wesley Sneijder)
72.  1-4  Robin van Persie
80.  1-5  Arjen Robben (Assist Wesley Sneijder)

Marca

‘Een man past in een pak. Een pak past in een koffer.
Dus, een man past in een koffer’
‘Spanje is wereldkampioen. Nederland vermorzeld Spanje.
Dus, Oranje wordt wereldkampioen’

http://twintigstewereldkampioenschapvoetbal.wordpress.com/

Vier jaar lang hebben Arjen Robben en Iker Casillas met gemengde gevoelens gekeken naar de kans van de Nederlander en de redding van de Spaanse goalie in Johannesburg. In alle terug- en vooruitblikken zijn de beelden van de gelukkige save onophoudelijk de revue gepasseerd. Terwijl Robben er genoeg van begon te krijgen, schreef Iker twee jaar later (in 2012) met Spanje, een nieuw hoofdstuk (‘Repeat’ Europees kampioen) in zijn vuistdikke voetbalbiografie en reisde hij met een jaloersmakende selectie af naar Zuid-Amerika om ook de wereldtitel succesvol te verdedigen.

In de allereerste groepswedstrijd – ook de eerste keer dat de twee WK finalisten van 2010 elkaar weer treffen – zou Spanje een niet te vrezen Oranje opzij zetten. Maar het werd niet de avond van Iker Casillas die weliswaar vaak genoeg in beeld zou komen maar niet op de voor hem zo gebruikelijke manier. Daar zou een ‘Messiaanse’ Robben in grote mate verantwoordelijk voor zijn. Arjen heeft in 2014 wat nieuwe filmpjes aan zijn sportieve relatie met de Spaanse doelman toegevoegd.

Aanvankelijk was er geen spreekwoordelijk vuiltje aan de lucht voor Casillas die op jacht naar het record van Walter Zenga (517 minuten) al 477 minuten geen tegendoelpunt had hoeven te incasseren. Robben zette Wesley Sneijder na 8 minuten vrij voor de Spanjaard die het matige schot gemakkelijk pareerde. Daarna was het Spanje dat de klok sloeg. Iniesta, Xavi en Silva draaide cirkels rond het defensieve hart van Nederland. Medespelers werden zonder problemen in de dekking aangespeeld, ze dribbelden soepel door de vijandelijke linies en het centrale Nederlandse duo liet Diego Costa wel heel gemakkelijk uit de rug vrijlopen. Dat het geen doelrijpe kans werd,  was te danken aan het (tweemaal) resolute ingrijpen van Ron Vlaar. Toen Stefan de Vrij dat een derde keer moest zien op te lossen, misbruikte Costa (die zoals verwacht niet werd gepruimd door het Braziliaanse publiek) de situatie door een tackle te simuleren. De Italiaan Nicola Rizzoli – die lange tijd gênant in het voordeel van Spanje zou fluiten – kende geen twijfel en besloot tot een strafschop die Xavi Alonso hard onder Cillissen raak schoot. Dat het geen penalty was, werd in de Spaanse pers na afloop ondersteund.

Niemand die nog wat voor de kansen van dit Nederland gaf. Na een belachelijke gele kaart voor De Guzman, ging ook De Vrij op de bon, was Sneijder onzichtbaar, zocht Van Persie naar momentum en was alleen Robben druk en dreigend. Iniesta passte vlak voor rust – binnendoor bij Daryl Janmaat – Silva oog in oog met Jasper Cilissen, die de stift van de speler van Manchester City wonderbaarlijk onschadelijk maakte. Ondanks het Spaanse overwicht was het pas de eerste echte kans. Het leek Nederland er bewust van te maken dat er van alles nog mogelijk was. Daley Blind werd stijf links aan de middenlijn aangespeeld en zijn wereldpass zou door Robin van Persie, weggelopen van Ramos, lobbend over Casillas worden gekopt: 1-1. Het gaat heel lastig worden om deze goal, die letterlijk uit de lucht kwam vallen en euforisch werd begroet door spelers en bank, als doelpunt van het toernooi te overtreffen. Het was ‘Frank de Boer op Dennis Bergkamp – 1998’ revisited. Het zou de wedstrijd spectaculair op zijn kop zetten.

Van Persie IIVan Persie I

Een heel ander Nederlands elftal kwam voor de tweede helft uit de catacomben. Dezelfde spelers maar nu tot de tanden toe gewapend met een herzien geloof in eigen kunnen. Duels werden met meer vertrouwen in gegaan, er werd vooruit verdedigd en Oranje metamorfoseerde in een team dat ieder ogenblik kon toeslaan. En dat deed het om nooit meer te vergeten! Blind vond nu Robben (53′) die zowel de gevierde en opgewaardeerde Sergio Ramos als Gerard Piqué uitspeelde om de 1-2 te maken. Spanje stond erbij en keek er naar. Sneijder (65′) slingerde een corner bij de tweede paal waar Stefan de Vrij fijntjes de 1-3 binnen knikte. Iker zat er helemaal naast en werd in het duel licht aangeraakt door een meespringende Van Persie. Het was de eerste keer dat Rizzoli – maar wel op een heerlijk moment – Nederland matste. De Italiaan timede beter dan Casillas.

In de volgende Spaanse aanval rondde Silva een rebound vanaf Cillissen behendig af. Met nog een kwart wedstrijd te gaan en een te snel tegendoelpunt, vreesde heel Nederland maar dat er gelukkig ook goed gefloten wordt op een WK, bleek tot onze collectieve opluchting. Silva stond buitenspel en de grensrechter – die het allemaal recht voor zich had zien afspelen – had het dan ook bij het rechte eind!

De regerend wereldkampioen liep inmiddels gedesoriënteerd over het veld van de Arena Fonte Nova. Van Persie had al boven op de lat gedreund toen Ramos voor de 100.000-ste keer in zijn carrière terug speelde op Iker, die zich verslikte in bal en Van Persie (72′) die de 1-4 binnenrolde voor de aanstormende Piqué. Robin, die nu op drie WK’s heeft gescoord en John Rep als (WK) doelpuntenmaker uit de boeken heeft geschoten, was buiten zinnen. Alle frustraties (van bijvoorbeeld blessures en een matig WK 2010) kwamen eruit nu hij ten overstaan van de hele wereld liet zien waartoe RVP in staat was. Hij had al geheel onnodig een gele kaart gepakt toen hij Pedro op Spaanse helft onderuit had gemaaid. Een verstandige Van Gaal nam zijn aanvoerder tegen zichzelf in bescherming en wisselde hem.

Spanje bleek kapot gevoetbald te zijn tot een verzameling gewone voetballers. Xavi en Iniesta raakten verstrikt in eigen acties en iedere Nederlandse aanval of counter betekende een doelrijpe kans. Sneijder had zich uit de anonimiteit ontworsteld en zond Robben karakteristiek weg voor het meest symbolische doelpunt (80′) van de avond. Arjen vertrok van eigen helft en liep een tevergeefs heftig – naar Iker – gesticulerende Ramos eruit om in het strafschopgebied een radeloos trio onbarmhartig (1-5) te verschalken. Ramos, Piqué en Casillas: Spaanse herten in de koplampen!

Robben, Sneijder en de ingevallen Jermaine Lens kregen levensgrote kansen op nog meer goals. Torres leek nog iets aan de stand te gaan doen maar een attente Joël Veltman stak daar een stokje voor. Met 1-5 mochten de Spanjaarden de handen heel stevig dichtknijpen. Spanje weet niet wat hen is overkomen maar ze hebben de mentale heropstanding van Oranje over zichzelf afgeroepen. Het was zoals het FC Barcelona van dit seizoen, dat ondanks de vele vedetten langzaamaan de greep op een duel verliest. Nederland groeide met de minuut en besefte dat instelling en honger – waar het in de oefenduels zo aan ontbrak – wedstrijden kunnen doen laten kantelen. Ook al is het tegen Spanje, Duitsland, Argentinië en Brazilië. Red Bull Salzburg en PEC Zwolle (ook 1-5) gaven het lokale voorbeeld met Ajax als lijdend voorwerp. Nederland nu mondiaal.

Voordat Oranje tot dat inzicht zou zijn gekomen, had de wedstrijd al in het slot kunnen zijn gegooid. Cillissen presteerde hopelijk wat Stekelenburg in de 2010 kwartfinale tegen Brazilië deed toen hij een mogelijke 0-2 van Kaka prachtig voorkwam. Door de onverwachte zege op Spanje, zou een achtste finale met datzelfde Brazilië kunnen worden ontlopen maar de weg is lang en er bestaan geen garanties. De wereld ziet er opeens wel eventjes heel anders uit.

‘Een man past in een pak. Een pak past in een koffer.
Dus, een man past in een koffer’
‘Spanje is wereldkampioen. Nederland vermorzeld Spanje.
Dus, Oranje wordt wereldkampioen’

‘Ajax is landskampioen. PEC Zwolle vernederd Ajax in de KNVB-Bekerfinale.
Dus, PEC Zwolle wordt ……’

Robert Leon ©

Thrash

http://twintigstewereldkampioenschapvoetbal.wordpress.com/

spanje - nederland II

ORANJE ONDERWEG NAAR NERGENS

http://twintigstewereldkampioenschapvoetbal.wordpress.com/

De selectie van het Nederlands elftal is neergestreken in Rio de Janeiro om deel te nemen aan Oranje´s tiende eindronde sinds het sensationele optreden in 1974. Na het dramatisch verlopen Europees Kampioenschap in 2012 – waar voor het eerst alle drie groepswedstrijden werden verloren – snakt Nederland als de vicewereldkampioen van Zuid-Afrika naar eerherstel in Brazilië. Echter, enig enthousiasme werd met de loting onmiddellijk gekortwiekt. Oranje werd gekoppeld aan de regerend Europees – en wereldkampioen Spanje, het momenteel sterke Chili en Australië. Bovendien, zou een tweede plaats in deze zware poule (B) naar alle waarschijnlijkheid een achtste finale tegen het thuisland betekenen. De vooruitzichten waren bleek. Ten overmaat van ramp raakte Kevin Strootman – die door bondscoach Louis van Gaal samen met Robin van Persie en Arjen Robben tot teamzekerheden was geridderd – zo ernstig geblesseerd dat hij het WK aan zich voorbij moet laten gaan. Het nationale sentiment werd dat we beter thuis konden blijven. De verwachting is dat net als in de Oekraïne (2012) Nederland – en dat is sinds ’74 op een WK niet eerder gebeurd – de groepsfase niet gaat overleven.

Score WK Oranje

Nederland heeft vanaf 1974 bij kwalificatie tenminste de achtste finales bereikt (De eindrondes van 1934 en ’38 zijn buiten beschouwing gelaten)

In dit pessimisme moest er nog een selectie worden samengesteld en zo’n proces is Van Gaal op het lijf geschreven. Hoe harder er om een bepaalde speler wordt geroepen, Louis negeert het met geruisloos dedain. De meeste ophef voltrok zich rond Wesley Sneijder die publiekelijk buiten de pikorde van het genoemde trio werd geplaatst. Niet zo lang geleden was hij nog een internationaal gewilde en voor Oranje onmisbare spelbepaler maar in de ogen van Van Gaal was Sneijder – die inderdaad een mindere periode doormaakte – niet langer in staat om aan zijn criteria te voldoen. Terwijl een collectief aan experts en oud-voetballers in koor riepen dat de tweebenige Sneijder altijd mee zou moeten, ontketende Van Gaal met veel misbaar een ongelijke machtsstrijd (want hij selecteert immers) met de voetballer die hij niet altijd meer uitnodigde voor interlands en bovendien zonder enig krediet de aanvoerdersband ontnam. Het paste perfect in het inconsequente gegoochel van Van Gaal met zijn heilige ‘Profielen’ en het doodleuk wel selecteren van spelers die matig presteerden.

Het had er zelfs even schijn van dat Sneijder buiten de boot zou kunnen gaan vallen. Getergd werkte hij aan zijn fitness en werd hij belangrijk voor zijn Turkse club (Galatatasary). Van Gaal kon niet langer om hem heen en suggereerde al voorzichtig dat het regelmatige contact tussen zijn staf en de geplaagde nummer 10, de uit vorm en niet fitte spelbepaler had te weten te prikkelen. Wesley hoorde het tandenknarsend aan.

De uiteindelijke selectie kende weinig verrassingen. Daarvoor was de procedure te conservatief. Het was een uitgemaakte zaak in het hoofd van Van Gaal en van een gezonde en noodzakelijke competitie was geen sprake. Dat was geen overbodige luxe geweest. En, niet in het minst voor de linie die als de achilleshiel van de ploeg kan worden aangemerkt: de verdediging. Er gingen stemmen op voor het testen van Virgil van Dijk (na een sterk seizoen in Schotland bij Celtic) en de genaturaliseerde Braziliaan Douglas (nu bij Dinamo Moskou) maar zij werden niet eens opgeroepen voor een trainingsstage. De fysiek vergelijkbare Ron Vlaar (Aston Villa); de beperkte Bruno Martins Indi en twijfelaar Stefan de Vrij (Feyenoord) die in de Nederlandse competitie door Jan en alleman voorbij worden gelopen, stonden blijkbaar niet ter discussie. Het zal een kwestie van Profielen zijn geweest.

Nog merkwaardiger is de keuze voor rechtsback Paul Verhaegh (FC Augsburg) maar ook die voor de net doorgebroken defensieve talenten Joel Veltman (25 duels voor Ajax) en Terence Kongolo (17 voor Feyenoord). Patrick van Aanholt (Vitesse/Chelsea) speelde als linksback een beduidend betere (tweede) helft dan Kongolo (in de eerste) tegen Ecuador maar mocht desalniettemin inrukken. De veelzijdige linkspoot Urby Emanuelson (AC Milan) stond op vele kennerslijstjes maar werd niet eens overwogen. Van Gaal had er maling aan.

Het trainingskamp heeft tevens in het teken gestaan van het systeem waarin de kwaliteiten van die uiteindelijke groep – en rekening houdend met de tegenstanders – het beste tot zijn recht komt. Het gangbare 4-3-3 (‘De Hollandse school’) werd aangepast naar 5-3-2 waarin de verdediging ruimer wordt bemand met 3 centrum- en 2 vleugelverdedigers. In de laatste fase van de competitie heeft Feyenoord het (met Janmaat en Kongolo op de flanken) succesvol gehanteerd. Zonder ‘rivaal’ Ronald Koeman te noemen, omarmt Van Gaal – die een carrière lang zwoer bij 4-3-3 – deze benadering. Paniekvoetbal ‘light’.

Wales II

Oranje bij aanvang van de ‘uitzwaaiwedstrijd’ tegen Wales in de Amsterdam ArenA

Aan oefenwedstrijden mogen in de regel geen conclusies worden verbonden maar dat wordt vooral betoogd als die generale repetities zwak zijn. De duels met Ecuador (1-1 met overwegend spelers uit de eredivisie), Ghana (1-0) en Wales (2-0) toonden weinig overtuigend spel waarin Nederland overigens niet in problemen kwam. Ook al hebben andere landen eveneens matig geoefend, dit is geenszins geruststellend. De ploeg straalde in drie wedstrijden niets uit: geen spelvreugde en nauwelijks een spelopvatting. Het oeverloze rondspelen illustreert de angst (om te falen) en het gebrek aan een ingeslepen spelpatroon. Spelers zoeken binnen de lijnen naar oplossingen die ze niet kunnen verzinnen of een voortzetting die ze gewoon niet in de benen hebben. Het belooft weinig goeds; helemaal omdat ze nog maar nauwelijks onder noemenswaardige druk hebben gestaan.

De gelouterde Louis van Gaal die zich er bij iedere gelegenheid op laat voorstaan het voetbal herondekt te hebben, is blijkbaar niet in staat om een team zodanig te inspireren dat ze voetballen alsof ze iets te bewijzen hebben. Zou men bij Manchester United meekijken? Teveel spelers – aan de vooravond van het hoogtepunt van hun voetballoopbaan – presteren ondermaats of zijn onzichtbaar. Grootste dissonant was Martins Indi die hopeloos faalt in passing en duels. Hij speelt voor spek en bonen mee en is al opgelucht als hij een bal over 5 meter bij een medespeler krijgt. Onbegrijpelijk dat Van Gaal de Feyenoorder – die in interviews hoog opgeeft over de passie en professionaliteit van zijn coach – de hand boven het hoofd houdt. De volgzame groep heeft goed begrepen dat jezelf koest hoeden en het openlijk adoreren van Louis de beste kansen op speelminuten zijn.

Oranje leunt en hoopt opzichtig op de ingevingen van Sneijder, Van Persie en Robben en zij waren dan ook betrokken bij alle vier oefendoelpunten. Van Gaal vertelt graag dat zij vanuit het niets een doelpunt kunnen maken maar helaas zijn zij ook de enigen (uit de vermoedelijke basis) die dat kunnen. Met dat gegeven lijkt het voor tegenstanders niet al te lastig om een stok in de wielen van dit Nederlands elftal te gooien. Ondanks het nieuwe systeem – waarvan Van Gaal ons toevertrouwde dat de Spanjaarden het daar heel moeilijk mee gaan krijgen – oogde de defensief onzeker en kwetsbaar. Dat er nauwelijks kansen waren toegestaan moet niet worden uitgelegd alsof het potdicht zit achterin. Bovendien bestaat het gevaar dat in 5-3-2 de aanval wel heel erg geïsoleerd en zwaar in de minderheid op zoek moet naar een treffer. Alles hangt dan af van het bijsluiten van middenveld en backs. Spelers die behalve De Jong, debuteren op het wereldtoneel.

Enig houvast is dat in 2010 de finale werd bereikt met een defensie (met van Bronckhorst, Heitinga, Mathijsen en Van der Wiel) die nou niet bepaald afschrikwekkend en solide was. De toen onmiddellijke aanwezigheid van Nigel de Jong (ook nu present) en Mark van Bommel (daar had Strootman nu moeten instappen), zorgde voor een moeilijk stuk te spelen blok. Daarvóór mochten diezelfde Sneijder, Van Persie en Robben aangevuld met op rechts Dirk Kuyt het in 4-3-3 aanvallend invullen.

Lost finals

Iedereen in Nederland houdt het hart vast maar Van Gaal is vol vertrouwen met zijn selectie en staf afgereisd en bereidt zich voor op de eerste groepswedstrijd tegen Spanje; de reprise van de 2010 finale in Johannesburg. Het is hopen tegen beter weten in maar Van Gaal kan moeilijk hardop uitspreken dat het allemaal niets wordt en dat de terugreis al geboekt is.

Ondertussen is de bondscoach in zijn element; hij is tenslotte eindelijk coachend aanwezig op een wereldkampioenschap. In 2002 had hij had zo’n rijke lichting dat hij drie sterkere elftallen dan in 2014 had kunnen opstellen maar nu moet hij het doen met vooral middelmaat en geen realistisch perspectief op het spelen van een rol van betekenis. Oranje verloor na Duitsland de meeste finales op een WK. De Duitsers wonnen er daarentegen wel drie en Louis gaat Nederland niet naar die eerste wereldtitel leiden. Daarvoor is zijn selectie te zwak en het voetbal dat hij ze laat spelen te arm. Groep B zal voor Oranje een doodlopende weg zijn.

Robert Leon ©

PS

Het is zo langzamerhand een onbegrijpelijke en irritante trend geworden. Bij Ajax doet Carlo l’Ami het (en blijven Dennis Bergkamp en Henny Spijkerman onverstoord naast Frank de Boer de wedstrijd volgen) en bij Oranje is het de onvermijdelijke Frans Hoek. Keeperstrainers die aan (top)voetballers moeten gaan uitleggen hoe en waar in te vallen. Driftig worden de looplijnen uitgetekend en de speler die de wedstrijd moet gaan kantelen of openbreken, staat er bijna plichtmatig bij.

Afgelopen woensdag, stond Jermaine Lens op het punt om tegen Wales in te vallen. Hoek sloeg de boeken open en tetterde het gehoor van de aanvaller vol. Naast hem – zo werd pijnlijk in beeld gebracht – zat Patrick Kluivert ongeïnteresseerd voor zich uit te kijken. Nu heeft Patrick in zijn analyses voor Eurosport onthutsend duidelijk gemaakt nauwelijks zinnig over voetbal te kunnen praten. Maar is het desondanks niet voor de hand liggend dat juist voormalig spits en tweede topscorer uit de Oranjehistorie, Jermaine uit eigen ervaring toespreekt en gemotiveerd het veld instuurt? Behoorlijk amateuristisch dat cruciale wisselmomenten ook door Koning Louis aan het toeval wordt overgelaten!

???????????????????

DUTCHFELLOW’S REAL TIME VERSLAG VAN BRASIL 2014 OP: http://twintigstewereldkampioenschapvoetbal.wordpress.com/