EIGENWIJSNEUS

Winst en verlies in voetbal wordt net zoals bij eigenlijk alle sporten bepaald door de persoon of de ploeg die het minste aantal fouten maakt. Hoe vaak zit je niet naar een wedstrijd te kijken waarin het elftal dat de wedstrijd domineert, zijn kansen niet benut en tenslotte door een ongelukkige maar beslissende fout aan het kortste eind trekt. Het lijkt alsof die afrekening op het veld plaatsvindt terwijl die dwaling ook zijn oorsprong kan vinden in de begeleiding. In een trainer/coach die hardnekkig vasthoudt aan een tactiek die niet werkt of aan spelers (Álvarez, Labyad) die niet functioneren. Erik ten Hag heeft in Amsterdam het krediet van een staatsobligatie. Kritiek op zijn onbegrijpelijke keuzes wimpelt hij (‘dat mag jij vinden’) af met een minachting alsof alleen hij er iets van snapt. Ook al bracht hij een unieke selectie tot aan seconden van een Champions Leaguefinale, in de praktijk is hij echt nog altijd de oefenmeester van een Go Ahead Eagles of FC Utrecht.

Zijn statistieken zijn niet bijzonder en bijvoorbeeld minder die van de afgeserveerde Marcel Keizer. Ten Hag puzzelt tegen Liverpool FC als vermeend underdog een passende strategie in elkaar. Voor wedstrijden waarin Ajax echter de natuurlijke, bovenliggende partij is, heeft hij geen herkenbaar plan. In anderhalf jaar tijd, speelde Ajax driemaal uit bij FC Groningen. In 2019 won de aanstaande kampioen met pijn, moeite en mazzel. In 2020 verloren de machteloze Amsterdammers daar tweemaal. Ten Hag trekt geen enkele lering uit eerdere confrontaties. Hij moddert door en hoopt dat het surplus aan kwaliteit van zijn prijzige selectie de doorslag geeft; nauwelijks een verdienste in deze Eredivisie. Het is aan de spelers.

Met de komst van Antony en Mohammed Kudus (en natuurlijk Davy Klaassen) heeft Ajax krachten die onmiddellijk kunnen worden ingezet. De meniscusblessure van de Ghanees Kudus is daarom rampzalig in de verwachte titelstrijd met een PSV dat een veelbelovende transferperiode heeft afgerond. Een snelle blik op de bank en de talentenvoorraad op De Toekomst is plotseling verontrustend. Het grootste probleem blijft de spitspositie. Ajax leunt al jaren niet meer op een midvoor die garant staat voor minimaal 25 goals. Ondanks al het geld en scouting, staat deze vacature nog steeds pijnlijk open.

De laatste drie titels in Eindhoven zijn juist te danken aan de doelpunten van het aanspeelpunt Luuk de Jong dat Ajax niet oppikte. De broer van Siem die Sevilla naar de Europa Leaguewinst kopte, was in 2019 nog gedeeld topscorer met Dušan Tadić. Erik ten Hag ziet alleen internationaal nog een gelegenheidsspits in de Serviër. PSV versterkte zich intussen met de Israëliër Eran Zahavi die claimde ook door Ajax te zijn benaderd. Overmars en Ten Hag ontkenden in koor waarop Eran stelde dat als hij Erik straks in de ogen aankijkt, zij beiden de waarheid weten. Dat wordt nog wat!

Robert Leon ©

In Mokum Magazine – november 2020 (#86)

EEN VREEMDE IN JERUSALEM

Nog pijnlijker dan kijken naar een voortploeterend Ajax is het luisteren naar de tekst en uitleg van Erik ten Hag. Hij antwoordt schor in dezelfde microfonen als voorheen maar in Mokum stamelt de nieuwe hoofdcoach louter flauwe gemeenplaatsen. Was er eerst sprake van ‘een proces’, Erik beschrijft zijn haperende start nu als ‘een reis’ waarin we rekening moeten houden met ‘hoogte- en dieptepunten’. Het is een onbeduidende clichéwaterval. Perschef Miel Brinkhuis draait overuren om Erik te voorzien van nieuwe metaforen die dit mislukte seizoen moeten verklaren en het vertrouwen in de toekomst aannemelijk proberen te maken. Geen sinecure tegen de achtergrond van een zoveelste trainerswissel die zijn bedoelde uitwerking al heeft gemist.

De meerwaarde van Ten Hag zal op het veld; in het vertoonde spel, in de ontwikkeling van zijn materiaal en uiteindelijk vanzelfsprekend in de resultaten zichtbaar moeten worden. Dat daarvoor meer tijd nodig is dan een winterstopje, hadden praktijkjongens Overmars en Van der Sar zich kunnen bedenken. Zelfs het wegpoetsen van de 5 punten die Ajax – met een rechtstreeks duel in Eindhoven tegoed – van koploper PSV scheidde, bleek een zeer ijdele hoop die Ten Hag opzadelt met een dreigend afbreukrisico. Als hij op De Toekomst niet de taal van zijn selectie weet te spreken; ook daar verzandt in nietszeggende bespiegelingen, dan zou hem snel eenzelfde lot als Marcel Keizer kunnen treffen. Daar is geen vijfde colonne voor nodig.

Het journaille heeft de onuitstaanbare José Mourinho zelden op een puur voetbalgerelateerde opmerking kunnen betrappen. Erik ten Hag deed een troosteloze poging waarin hij ‘het aantal passes’, ‘loopacties’ en ‘defensief beter staan’ verheerlijkte terwijl de achterstand op PSV onder zijn leiding weer tot 10 punten was opgelopen. Het ontbrak er nog aan dat Erik meldde dat de jongens tegenwoordig hun bolides goed in de vakken parkeren, de witte en bonte was juist splitsen en na de lunch de trays zelf in de karren doen.

We bespraken op deze plaats met het oog op Peter Bosz al eens het Peterprincipe (‘iedere werknemer stijgt tot zijn niveau van incompetentie’) en de vraag is of Ten Hag zijn kwalitatief goede werk in Enschede, München, Deventer en Utrecht ook in Amsterdam kan voortzetten. Het met FC Utrecht ontregelen van een recordkampioen is echter een heel andere voetbalorkestratie dan het als Ajax weerstand bieden aan de ontwrichtingstactiek van datzelfde FC Utrecht. De jury is er zeker nog niet uit maar ook al heeft Erik ten Hag een veelbelovende CV, als trainer van Ajax is hij vooralsnog als een ‘konijn in de koplampen’ van een topclub.

Robert Leon ©

In Mokum Magazine – april 2018 (#55)

Mokum Magazine April 2018 I

FAMILIEMOORD EN VRIENDENDIENSTEN

Het is een onuitwisbaar beeld. Johan Cruijff op het parkeerdek van ‘zijn’ ArenA, broederlijk geflankeerd door zijn zwijgende discipelen Wim Jonk en Dennis Bergkamp nadat de aangeklaagde directie zich wijselijk gewonnen had gegeven in de strijd om de zeggenschap over Ajax. In de bestuurlijke chaos die was ontstaan werd aan JC gevraagd: ‘Wat nu?’. Schouderophalend antwoordde Johan ‘geen idee’ want daar ging hij natuurlijk niet over. Over ‘mannetje voorbij’ op het veld wisten de heren instinctief alles maar over hoe organisatorisch op te treden na het vermorzelen van een even doorbloede Ajacied als Uri Coronel hadden ze geen flauw benul. Het ‘Ik weet niet’ werd het refrein van een niet zo fluwelen revolutie die nu de familie uit elkaar is gevallen, louter slachtoffers en geschonden reputaties heeft opgeleverd.

In dit Shakespeariaanse drama verlaat naast een onschuldige Marcel Keizer ook zijn vriend Bergkamp die zijn promotie tot hoofdcoach doordrukte, het toneel. De trainer moet zich in een Kafkaiaanse wereld hebben gewaand waarin het noodlot van Appie, Europese decepties, een haperende competitiestart, grillig voetbal met een onevenwichtige selectie, recente hersteloverwinningen op PSV en AZ en een volslagen onnodige bekernederlaag in Enschede, toch aanleiding bleken voor een ontslag. Marcel is het lijdend voorwerp in een machtstrijd waarin Van der Sar zich eindelijk van zijn Machiavellistische kant laat zien. Bergkamp was ingehuurd om de clubcultuur te bewaken maar vocht eerst zijn makker Wim Jonk en later Peter Bosz, mannen die het Cruijff-gedachtegoed juist uitdragen, de tent uit. De maat bij zijn oud-teamgenoten in het Technisch hart en een souflerende RvC was blijkbaar zo vol dat alle middelen nu het doel heiligden om de splijtzwammende Dennis buiten de poort van De Toekomst te zetten.

Dat (oud)spelers zich binnen Ajax over voetbaltechnische zaken buigen is een hamerstuk. Geef ze echter niet de hele club, toevallig een bedrijf met een omzet van meer dan 100 miljoen in handen. Van de groep rood-wit-bloedverwanten die schouder aan schouder in de rechtszaal en –zaken tegen Steven ten Have c.s. stond, is weinig meer over. Van der Sar en Overmars overleven hier maar zijn niet minder verantwoordelijk voor de monumentale malaise die zij nu proberen weg te poetsen. Ajax heeft straks al 8 jaar geen KNVB beker gewonnen en als het niet snel ingrijpt, stevent het weer op een landstiteldroogte van 6 jaar af. De heerschappij die de Amsterdammers na vier opeenvolgende kampioenschappen – met overigens ook wisselvallig voetbal – in de schoot was geworpen, is volledig verdampt. Het kan een historisch keerpunt worden maar het eerste dat Marc Overmars doet, is Erik ten Hag aanstellen. Een vriendje ….

Robert Leon ©

In Mokum Magazine – januari 2018

 

ONE NIGHT STANDS

Marcel Keizer moest en zou de nieuwe hoofdcoach worden. Een dubbel dun CV werd terzijde geschoven want in Amsterdam leiden we toch onze eigen mensen op? Gemist Europees voetbal en 8 competitiepunten achter op PSV verder, en Keizer staat akelig voorspelbaar onder zogenaamde curatele van het Technisch hart en een Raad van Commissarissen, die dezelfde clubman met het volle verstand hebben aangesteld. Het tekent het aanhoudende dilettantisme van een beursgenoteerde recordkampioen waar de miljoenenwinsten tegen de begrotingsmuren klotsen. Marcel werd verleid tot een relatie maar genoot slechts het enthousiasme van een one-night-stand.

De heren managers hoeven maar een simpel onderzoek open te slaan om te leren dat het ontslaan en vervangen van een trainer zelden tot betere resultaten heeft geleid. Het beoogde schokeffect is een drijfnatte droom. Van Gaal en Johan Cruijff vonden elkaar in de wetenschap dat een warrig bestuursbeleid zijn weerslag vindt op het veld. Dat hollen of stilstaan; het wel of niet ‘goed’ in een wedstrijd zitten, het is een karaktertrek die Ajax, post-Louis maar niet weet af te schudden.

Van Gaal was de (school)meester in ‘alle neuzen in dezelfde richting’. Geen voorzitter Michael van Praag die durfde te lekken dat het vertrouwen in de trainer tanende was. Wel elftallen die geweldig geprepareerd een wedstrijd binnenstapten. De meest indrukwekkende vertoning van die collectieve controle is een ‘dubbele’ klassieker. Europees kampioen Ajax kwam op 22 oktober 1995 in De Kuip binnen 10 minuten met 2-0 achter. Van paniek echter geen enkele sprake; in plaats daarvan van een rustgevend besef dat er nog ruim 80 minuten te spelen waren om die snelle schade te herstellen (Feyenoord verloor met 2-4).

De spelers die een maand later in Tokio wereldkampioen werden, hadden een idee in de hoofden en plannen B en C paraat in de achterzakken. Een strategische luxe die de huidige selectie ontbeert. Deze ploeg drijft op een onberekenbare mix van kwaliteit en emotie, die Ajax dit kalenderjaar nog spectaculair maar ternauwernood langs Schalke ’04 en Olympique Lyon naar de finale van de Europa League loodsten.

Illustratief voor die grilligheid is de zinderende Ziyech die briljante acties afwisselt met hopeloze afzwaaiers. Hakim gaat onverdroten voorop in de strijd; beslist alles in een fractie van een seconde waar hij eens de bal onder zijn voet tot stilstand zou moeten brengen. Om zijn medespelers op hun plaatsen te zetten, elf horloges gelijk te laten zetten en de software van de wedstrijd te updaten. Ajax heeft behoefte aan beheersing van de intuïtie. Zowel beneden tussen de lijnen als boven, in de bestuurskamer.

Robert Leon ©

In Mokum Magazine – december 2017

DE COMEBACK KIDS

Aan een zijlijn in Lyon vielen analist Frank de Boer en Lasse Schöne elkaar na het behalen van een Europese finale in de armen. De werkloze trainer ondertitelde trots ‘We hebben heel fijn samengewerkt’. Feit is echter ook dat de Deen weliswaar door De Boer naar Amsterdam werd gehaald (2012) maar vooral als stopverf – zelfs als spits en op de flanken – werd misbruikt. Het was juist Peter Bosz die in Schöne een spelverdeler, de nummer 6 herkende die Frank over het hoofd zag.

Voetbal is niet alleen een spel van fouten, het is tevens de praktijk van toevalligheden. Spelers die plotseling opstaan als een vedette vertrekt of bij een blessure dan wel het falen van een concurrent. Het recente ontluiken van David Neres is zo’n vondst. Ook al is de Braziliaan met zijn 12 miljoen de duurste transfer naar de Eredivisie ooit, het leek er verdacht veel op dat hij niet even een serie wedstrijden in de hoofdmacht mocht maken. Het etiket Miskoop werd al bijna op de frêle buitenspeler geplakt toen hij wel degelijk bleek ‘op voetballen te zitten’.

Neres onderstreepte het aloude effect dat het geven van vertrouwen kan opleveren. Net als Daley Blind indertijd aan De Boer, betaalt David dat terug met welkome assists en doelpunten. Dat zelfs krediet kan worden overdreven, bewijst Amin Younes tot afgrijzen van zijn eigen aanhang onophoudelijk. Terwijl het journaille bij monde van Kenneth Perez zich hard maakte voor een bijna parlementaire enquête (Wat is het rendement van deze man?), verklaarde de verantwoordelijke Marcel Keizer dat de Duitser wél moet spelen omdat alleen hij dat ‘dat lopen van een takkeneind’ aan de zijlijn kan opbrengen. Er waren tijden dat Ajax nog voetbaltechnische eisen aan een aanvaller oplegde.

In het voetbal is het tijd, plaats en trainer. Het krediet dat Schöne (31) bij Bosz genoot, verdween razendsnel toen hij in het nieuwe Europese seizoen overduidelijk overzicht en handelingssnelheid tekort kwam. Klaar stond Frenkie de Jong (20) die alle tijd aan de bal lijkt te hebben en bijna alles vooruit dribbelt of passt. Hij leek de onmiddellijk toekomst te hebben maar een jeugdig middenveld met Ziyech (24) en Donny van de Beek (20) ontwikkelde nationaal zo weinig grip op tegenstanders dat Lasse zijn zoveelste rentree maakte. Ook al zit de sleet erop, schrijf Schöne nog niet af. Bovendien, Frenkie laat niet lang meer op zich wachten …

Robert Leon ©

In Mokum Magazine – november 2017

 

GEEN HAARLEMMERDIJKIES

Eén jaar nadat hij met sportclub Cambuur uit de Eredivisie degradeerde, werd Marcel Keizer na het ontijdige vertrek van Peter Bosz, aangesteld als de nieuwe trainer van Ajax. Over ‘op het juiste moment op de juiste plaats zijn’ gesproken. Keizer is niet alleen de neef van, hij is tevens een kind van de club; een generatiegenoot van de broertjes De Boer. Hij zou graag in de voetsporen van Frank, Rinus Michels of Van Gaal stappen.

Marcel

De vergelijking met Louis dringt zich onmiddellijk op. Beiden waren als voetballer geen hoogvlieger en speelden nog geen handvol wedstrijden in de hoofdmacht. Assistent Van Gaal schoof als vanzelfsprekend door toen Leo Beenhakker de lokroep van zijn Real Madrid niet kon weerstaan. Keizer blijkt met Jong Ajax in de Jupiler League zoveel indruk te hebben gemaakt dat het Technisch hart, dat mede door zijn vriend Dennis Bergkamp kloppend wordt gehouden, niet verder zocht en het vertrouwen in hem uitsprak.

Het is aanstelling die weliswaar niet zonder risico is maar wel in het clubdenken van Johan Cruijff (ook ooit succesvol trainer in Watergraafsmeer) en dus Ajax past. Daarnaast heeft Keizer de speelwijze van Bosz (en JC) in de praktijk omarmd. Van een speelstijlbreuk zal geen sprake zijn. Het werken met ‘eigen jongens’ verdient weliswaar de voorkeur maar biedt net als bij het inhuren van een gelouterde trainer van naam geen garanties. De trainerscarrières van Jan Wouters, Danny Blind en Marco van Basten bevestigen de ongeschreven wet van Co Adriaanse dat ‘Een goed paard nog geen goede ruiter is’.

Marcel doet er verstandig aan de start van Van Gaal (in ’91) goed te bestuderen. Toen hij, een maand na zijn aantreden, Stanley Menzo bij FC Utrecht zag blunderen bij een corner die het 2-1 verlies inleidde, benoemde hij dat na afloop onomwonden. Louis zat er tijdens trainingen en wedstrijden onophoudelijk bovenop. In Jong Ajax was Keizers verstandhouding met de spelers van een heel andere orde. De ogen op de Toekomst zijn op de JC ArenA gericht. Daar kon hij nog vrijuit opleiden, talenten inspireren die laatste stap te maken en gevestigde namen pamperen onderweg naar hun terugkeer  in het eerste elftal. Keizer heeft zijn CV als speler en coach niet mee. Zijn selectie zal hem openbaar en stiekem testen. Als hoofdverantwoordelijke is er echter geen plek meer voor excuses of wegkijken. Marcel, het begint klein en daarom vanaf de allereerste seconde: geen Haarlemmerdijkies!

Robert Leon ©

In Mokum Magazine – juli 2017Mokum Magazine Juli 2017 I