HIJ SCHREEF AL TOEN HIJ VOETBALDE

mulder dwdd

Hij is de vleesgeworden tafelheer. Hij zat dagelijks onruststokend aan bij Barend & van Dorp, babbelt nu mee bij De Wereld Draait door en is, als zelfbenoemde voorzitter van de analisten, een vaste waarde bij Studio Voetbal op de late zondagavond.

Je zou bijna vergeten dat Jan Mulder een geweldige voetballer was die furore maakte bij het Brusselse Anderlecht en in zijn drie jaren (’72-’75) bij Ajax, geplaagd door concurrentie en knieblessureleed, helaas niet echt uit de verf kwam.

De geboren Groninger zou eigenlijk naar Feyenoord gaan. Jaap van Praag deed nog een laatste poging namens Ajax. Mulder moest trainen en de voorzitter bood aan op zijn zoon te passen. Toen zijn vrouw thuiskwam lag Geret op de buik van Van Praag, samen in diepe slaap. Een gecharmeerde Mulder volgde zijn hart en koos voor Ajax.

Afbeelding

JAN MULDER HOUDT DE BAL HOOG IN GERETOUCHEERD ANDERLECHT-SHIRT
UIT ‘VOETBALSTERREN IN AKTIE ’72-’73’

In zijn eerste jaar speelde Mulder slechts 4 wedstrijden voor de succesformatie die landskampioen werd, de wereldbeker, de eerste Super cup en een derde Europa Cup 1 won. Bij het behalen van de enige hoofdprijs in de daaropvolgende twee jaren zonder Cruijff, was Mulder de driftige en scorende aanjager toen ten koste van AC Milan (6-0 thuis) de Super cup werd geprolongeerd.

Na de voetbalcarrière zou Jan Mulder zich ontpoppen als een aantrekkelijke auteur die op geheel eigen, anekdotische wijze het voetbal, de sport en aanverwante zaken optekent. Mulder schrijft zoals hij voetbalde: onvoorwaardelijk en doelgericht.

In de herfst van 1974 speelde een kleurloos Ajax in een mistroostig Olympisch Stadion voor de UEFA Cup tegen Stoke City. Mulder was de beste man van het veld. Hij sleurde, vocht keiharde duels uit en liep op iedere bal. Toen hij één van die ballen bij het hek ophaalde, keek hij in onze tienerogen en ondertitelde: ‘Wat is dit zwaar, jongens’. Alsof hij een column opende …

Robert Leon ©

In ‘Mokum Magazine’ – december 2013

Mokum Magazine 2013 Dec II