‘THERE IS ONLY ONE BRIAN BROBBEY’

Het is onbegrijpelijk dat Marco van Basten, ook nog eens zelfverklaard, faalde als coach. De wereldspits, die niet meer wist wat voor zinnigs hij zijn spelers tijdens wedstrijden mee moest geven, staat als analist boven alle partijen. Zijn mening is doordrenkt van evidente ervaring en een toekomstvisie. Marco heeft een onwrikbaar recht van spreken. Als Ruud Gullit naast hem (in ‘Rondo’) probeert dat een jongen niet zo veel aan spelen toekomt, stelt Van Basten simpelweg dat je er zelf voor moet zorgen dat je er wél in staat. Net zoals hij ooit Wim Kieft, John Bosman en Pietro Virdis (AC Milan) in de pikorde vóór bleef. Het onbegrip op het gezicht en in de woorden van Marco over de staat en ontwikkeling van Brian Brobbey is geweldige televisie. Hij voorspelde niet zo zuinig het onvermijdelijke verval van zijn Ajax dat hij badinerend ‘FC Amsterdam’ noemde. Nog voordat zijn boezemvriend John van ’t Schip de nieuwe kapitein in Amsterdam werd, kwalificeerde hij de eigen kweekproducten Devyne Rensch en Kenneth Taylor als ‘Niveau Cambuur’.

De jeugdopleiding hapert zichtbaar. Het talent van Brobbey is onmiskenbaar; zijn tekortkomingen helaas ook. Alléén voor de keeper is de afwerking tot ontzetting van de fans, alles behalve een zekerheid. Kenneth Perez toont regelmatig dat de spits na bijna iedere doelpoging gevloerd op de grond ligt. Een rebound zou aan Brian niet besteed zijn. Van Basten verwijt het de begeleiding op De Toekomst dat Brobbey een aantal Fundamentals niet beheerst. Zijn fysiek heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat men ervan uitging dat Brobbey zich in strafschopgebieden wel zou redden. Op het hoogste niveau en bij Ajax wordt echter meer gevraagd dan structurele lijf-aan-lijfgevechten met de rug naar de goal. Het lijkt erop dat Brian eerder een Waza-ari of een Ippon dan een doelpunt probeert te scoren. Complicerende factor is dat zijn tegenstander echt alles wordt toegestaan en de Ajacied bij het minste of geringste wordt teruggefloten. Sterker nog, bij vurig protest een gele kaart krijgt gepresenteerd.

Het is zaak Brobbey uit die schermutselingen weg te houden. Marco van Basten voelt zich niet geroepen om Brian bijles te geven. Wim Kieft zou een geschikte leermeester zijn. Hij kon de bal goed vasthouden; afspelen om zich vervolgens voor het afwerken vóór de goal te melden. Wim laat de klus aan zich voorbijgaan. Ajax heeft in John Bosman een perfecte spitsencoach gevonden. De kopspecialist vormde – onder Johan Cruijff – met Van Basten een tandem in en net achter de spits. Het antwoord op alle problemen bij Ajax ligt in het verleden. De club hoeft maar voor te lezen uit eigen werk om iedere selectie te trainen en te laten voetballen in de rijke traditie van gedurfd, creatief en aanvallend voetbal. Naast Van Basten, Kieft en Bosman is ook Ruud Geels een midvoor waar Brobbey een voorbeeld aan kan nemen. Hij tekende voor 123 competitiegoals in 4 seizoenen (1974 – ’78). Ruud scoorde en kopte uit alle standen. Zijn blik was altijd op het doel gericht. De doelpuntenmachine bleef verstandig weg uit de duels. Zijn statistieken zijn indrukwekkend (252 doelpunten). De onderschatte, aimabele Geels (75) ontviel ons recentelijk. ‘There was only one Ruud Geels’. Aan Brian Brobbey om in het hier en nu door te pakken. De supporters hebben hem al in de armen gesloten …

There’s only one Brain Brobbey, one Brain Brobbey
Walking along, singing the song walking in the Brobbey Wonderland
There’s only one Brain Brobbey, one Brain Brobbey
Walking along, singing the song walking in the Brobbey Wonderland

Robert Leon ©

In Mokum Magazine – december 2023 (#122)

FILEVOETBALLEN

Je hoeft slechts een paar seizoenen terug te scrollen om het belang van een brede selectie te herinneren. Het credo van ‘iedere positie dubbel bezet hebben’ is een vereiste in het topvoetbal waarin het grote aantal wedstrijden inmiddels zowel de fysieke als mentale belastbaarheid van de spelers flink op de proef stelt. Uiteindelijk komt iedereen dus aan voetballen toe.

In het seizoen (2019-’20) dat door een pandemie zou worden gekortwiekt, denderde Ajax aanvankelijk onverstoorbaar door totdat het in Londen bij Chelsea door de Italiaanse arbiter Gianluca Rocchi onwaarschijnlijk in het pak werd genaaid. De wedstrijd waarin Neres ook nog eens langdurig geblesseerd raakte, brak het momentum van Ajax. Toen vervolgens Labyad en Quincy Promes zich in de lappenmand meldden, werd duidelijk hoe vleugellam en wankel de selectie was. De landskampioen ploeterde zich kwetsbaar naar de voetbal-lockdown en verloor 8 van zijn laatste 17 wedstrijden. Ajax werd achtereenvolgens in de Champions – en de Europa League en de KNVB beker uitgeschakeld. De club had het geluk dat ze in de stilgevallen Eredivisie de koppositie als gevolg van een beter doelsaldo dan AZ (waar Ajax uit en thuis van verloor) kon claimen. De KNVB slikte als enige Europese bond de landstitel in maar schreef de Amsterdammers wel in voor de lucratieve Champions League.   

De terugval van dat bewuste seizoen ligt voortdurend op de loer. Blessures en vormcrises zijn ongrijpbare fenomenen en lastig om op te anticiperen. Ajax heeft de afgelopen transferzomer flink ingekocht en adequaat gereageerd op het vertrek van onder meer Mazraoui, Gravenberch, Tagliafico, Martínez en Haller. De komst van Steven Bergwijn en het doorbreken van Kenneth Taylor, betekent echter dat internationals Steven Berghuis en Davy Klaassen onwennig en bezorgd op de bank achter coach Alfred Schreuder plaats moeten nemen. Daar hebben ze gezelschap van nieuweling Owen Wijndal die Daley Blind op zijn linksbackpositie ziet verschijnen en van Mohammed Kudus die ‘zit’ te popelen om na blessureleed zijn vorm van twee jaar geleden weer te etaleren. Het is topclub-eigen dringen geblazen bij Ajax. De nieuwe aankopen en eigen jeugd snakken ook naar minuten. Aan Schreuder en zijn staf de uitdaging om zijn visie en wisselregime uit te leggen, begrijpelijke teleurstelling te neutraliseren en er zeker van te zijn dat zijn jongens, klaar en ‘hongerig’ zijn als dat straks keihard nodig is.

Dat is geen sinecure en hij zal vuile handen moeten maken. De routiniers Blind (32) en aanvoerder Tadić (33) waren van onschatbare waarde maar ook zij komen écht in aanmerking voor vervanging als ze overduidelijk niet in de wedstrijd zitten. Niets en niemand is heilig. De kleedkamergeloofwaardigheid van de coach zal afhankelijk zijn van hoe hij hier mee omgaat. Een rij Ajacieden staat immers te trappelen om in te vallen.

Robert Leon ©

In Mokum Magazine – september 2022 (#108)