‘KIJKEN, KIJKEN EN DE REST ERBIJ DENKEN’

Ik mis Johan Cruijff. Het idee dat hij niet ieder moment over voetbal, politiek of andere zaken zijn mening kan geven, went maar niet. Je ziet Mart Smeets en Tom Egbers bij de recente terugblikken stuiteren bij de ongerepte logica van JC. Even onnavolgbaar als onbegrijpelijk maar tussen de losse flodders door plotseling briljant. Mijn stadgenoot die op mijn verjaardag kwam te overlijden, zou in deze ongekende tijden dankbaar zijn geciteerd. Helaas wel uit het oude oeuvre van deze onbedoelde ‘woordkunstenaar’.

Zou het orakel de bestrijding van het virus als volgt beschrijven? Johan probeerde er indertijd De Italianen mee te typeren: ‘Corona kan niet van je winnen, maar je kunt er wel van verliezen’. Misschien wel zijn beroemdste uitspraak is ‘Ieder nadeel heeft zijn voordeel’. Die intelligente lockdown (het nadeel) zorgt er wel voor dat mensen méér thuis zijn en dat daardoor gezinnen veel beter met elkaar leren omgaan (één van de voordelen). Sterker nog, Johan vergeleek ooit het Totaalvoetbal met zijn eigen familie waarin de taken rouleerden. JC hield niet van ‘Mensen die bewegen maar niet weten waar naar toe’. Een credo dat in een ‘anderhalve metersamenleving’ iedereen scherp had kunnen houden.

Zelfs in het racismedebat zou Nummer 14 een voorbeeld kunnen zijn. Hoewel hij in zijn carrière harmonieus met gekleurde spelers samenwerkte, vervolgens met zijn foundation in bijvoorbeeld Afrika en India actief was, werd de blanke Johan door Edgar Davids van racisme beticht. Het verwijt werd geen moment serieus genomen. Zijn onbetwistbare acties spraken luider dan die ene opmerking die hij had gemaakt over Davids aanstelling in de Raad van Commissarissen. Cruijff deed er het zwijgen toe. In het huidige tumult stelt ‘De Pitbull’ zich mild en constructief op.

Of Cruijff zich daadwerkelijk over het Coronavirus zou hebben uitgesproken, is waarschijnlijk. Dat hij zich zou hebben bemoeid met de hervatting van het voetbal; dat staat als een paal boven water. Bijna overal wordt weer gespeeld en worden straks kampioenen gekroond. Nederland was één van de eerste landen die de deur van de competitie in het slot gooide. Bij monde van Marc Overmars ondersteunde Ajax hardop een beslissing waar op zeker gedonder van zou komen. Er was bovendien geen reden tot haast en van AZ kon niet verwacht worden dat ze hun voordelige onderlinge resultaat met de Amsterdammers niet in de strijd zouden werpen. Vanuit Barcelona zou Johan Ajax ongetwijfeld hebben gewezen op een gebrek aan overzicht en ambitie.

Ook al is het zonder publiek; hoe geweldig zou het zijn om Ajax nu te zien strijden voor een nieuwe landstitel? We snakken naar onze Eredivisie en iedereen had die lege stadions voor lief genomen. Zoals de ‘Klisjeemannetjes’ Van Kooten en De Bie dolden over hoe je opgewonden kon raken van pin-upgirls in de Panorama: ‘Kijken, kijken en de rest erbij denken’.

Robert Leon ©

In Mokum Magazine – juli 2020 (#82)

OLYMPISCH ‘ONS KENT ONS’

media_xl_1841475

Het is een publiek geheim dat Beatrix de zaken graag naar haar onzichtbare hand zette maar nu blijkt dat de kersverse Koning tijdens die jarenlange bedilzucht goed heeft opgelet. Haar zoon die in het grote interview vóór de beëdiging nog bescheiden stelde tevreden te zullen zijn met een eventueel ceremoniële invulling van het koningschap, drukte op datzelfde moment eigenhandig en zonder tegenspraak de door hem gewenste opvolger door in het Nederlandse Olympisch Comité (NOC).

Nadat het IOC in Buenos Aires de Zomerspelen van 2020 ‘verrassend’ aan Tokio toewees en een nieuwe voorzitter koos, hebben de geroutineerde geheimschuivers de opengevallen plek van Koning Willem Alexander, toepasselijk achter gesloten deuren, als bij hamerstuk aan voormalig CDA ‘kroonprins’ Camiel Eurlings vergeven.

Dat Nederland met de huidige KLM topman Eurlings op de proppen kwam motiveerde het NRC om het scenario van deze onwaarschijnlijke benoeming eens nader te onderzoeken. Je zou toch denken dat wij relevantere kandidaten met een sport- en Olympische achtergrond naar voren kunnen schuiven. NRC legde een Koninklijke ‘Powerplay’ bloot waarin de bejaarde oud-hockeyer en ‘Chef de Mission’ André Bolhuis (66) werd afgeschoten en gekozen moest worden voor een jeugdig persoon met toekomst. Daar zou enige visie uit kunnen spreken maar binding met of een verleden in topsport deden er blijkbaar weer helemaal niet toe. Zwaargewichten zoals bijvoorbeeld Pieter van den Hoogenband, Richard Krajiceck, Inge de Bruijn, Mark Huizinga, Leo Visser, Floris-Jan Bovelander, Leontien van Moorsel, Bas van der Goor of Yvonne van Gennip moesten (mochten ze al geïnteresseerd zijn) wijken voor Camiel Eurlings; niet bepaald de gedroomde pleitbezorger van topsport in Nederland,

Net als partijgenoot en demagoog Maxim Verhagen had Eurlings, nog nooit één dag gewerkt in de mensenmaatschappij toen hij na zijn studie direct de politiek (Gemeenteraad) instapte. Dat het geen belemmering is voor een glansrijke carrière wordt door Eurlings belichaamd. Zijn netwerk is zo sterk; hij heeft geen sollicitatiegesprekken nodig. Hij danste via de Tweede Kamer, het Europese Parlement binnen en keerde terug als Minister van Verkeer en Waterstaat. In die hoedanigheid was hij zo kind aan huis op Schiphol dat, toen hij besloot het rustiger aan te gaan doen, de deuren naar een topbaan bij KLM voor de oud-bewindsman – als dank voor bewezen diensten – opensloegen. Tegen vijf keer de Balkenende-norm.

Zijn terugtreden uit de politiek was een klap voor het zwalkende CDA dat Jan-Peter Balkenende wel bij het Haagsche oud vuil moest zetten maar Camiel had een geniaal excuus. Hij wilde een gezin stichten en de grinnikende commentatoren zagen hem al bouwen aan een hoeksteentje van de samenleving. Dat kind is er overigens niet gekomen want in 2011 verliet zijn (overigens prachtige Hongaarse) vriendin hem en zijn heilige missie.

Eurlings maakte wel de volgende, laatste stap binnen de KLM (CEO/President) en zat daarnaast enige tijd de werkgroep Olympisch Plan 2028 voor. Een initiatief om de Spelen, één eeuw na Amsterdam, naar Nederland te halen en dat door Willem-Alexander in Londen (2012) nog geestdriftig aan tafel bij Mart Smeets was verdedigd. De meningen over nut en haalbaarheid van het peperdure en veeleisende evenement zijn verdeeld maar onze Koning ziet louter voordelen. Camiel zal het ongetwijfeld ondubbelzinnig met hem eens zijn geweest. Dat moet ‘royaal’ worden beloond.

De sportvreemde Eurlings zal ook verbaasd zijn geweest over zijn voordracht die door Willem Alexander samen met omstreden Wielerbobo en IOC erelid Hein Verbruggen was bekokstoofd. Een Duitse journalist en full-time volger van het IOC noemde Verbruggen in Argentinië de ‘slechtste en minst transparante bestuurder’ die je maar kon bedenken. Een geschiktere bondgenoot is er niet. De man die Lance Armstrong bij herhaling het hand boven het hoofd hield, kwam de Koning graag te hulp om diens Olympische droom ‘in eigen land’ te steunen. De keuze voor de politieke Eurlings moet worden gezien in het licht van deze Koninklijke fetish. Eurlings probeerde er, naar verluidt, nog onder uit te komen maar de Koning stond er op. Camiel gehoorzaamde.

Willem Alexander die altijd zo ongeremd betrokken in de armen viel van medaille winnende Nederlandse Olympiërs, heeft diezelfde sporters volledig buitenspel gezet bij deze aanstelling. Het is zorgwekkend dat dit machtsvertoon geruisloos wordt geslikt door zowel de politiek (het schijnt dat D’66 nog wel wat vragen wil stellen) als de sportwereld. Eurlings en sport zijn niet bepaald synoniem aan elkaar maar er zijn duidelijk geen ‘Checks & balances’ die er voor hadden kunnen zorgen dat deze beslissing in een gebruikelijke, open procedure met meerdere kandidaten tot stand was gekomen.

Het is hoogstwaarschijnlijk een drammende Koning geweest die bij voorbaat alle discussie heeft doodgeslagen. Als het de Oranjes uitkomt dan wuiven ze niet alleen plichtsgetrouw naar hun zogenaamde onderdanen maar ook doelbewust democratische beginselen weg.

Robert Leon ©

Jaarcongres_Olympisch_Vuur-GD

GOOD BUT NOT GREAT

WATSON_00003420-047-659x440

Ondanks een klim op de geliefkoosde Alpe d’Huez, is het Nederlandse wielrennen weer terug op aarde. Het zat er natuurlijk onafwendbaar aan te komen maar supporters, landgenoten en journalisten hoopten tegen beter weten in dat Laurens ten Dam maar vooral Bouke Mollema, hun podiumplaatsen tot in Parijs zouden weten te behouden.

Dagenlang was er door de heren in het hooggebergte krampachtig aangeklampt zonder dat Mollema of ten Dam ook maar de illusie, laat staat een dreiging van aanvallen uitstraalden. Desalniettemin razend knap, maar je weet dan dat als de koers echte vragen gaat stellen, je de antwoorden weleens niet paraat zou kunnen hebben. Zonder het wiel van Froome of Contador fysiek te kunnen kiezen, bleken de verschillen in de tijdrit van gisteren, zelfs met twee bergen onderweg, snel en fors op te lopen. De 11e plaats van Mollema was nominaal prachtig. Het intrinsieke verschil van ruim 2 minuten (op 32 kilometer) echter te groot, merkten Tourwinnaars Jan Janssen en Joop Zoetemelk in De Avondetappe (waar Mart Smeets – eerlijk is eerlijk – het goed doet) terecht op: ‘Dat had één minuut moeten zijn’.

Mollema (op 2:55) en LTD (6:41 achter op klassementsleider Froome) speelden vandaag rond en op de berg die tussen 1976 en ’89 maar liefst acht (8) maal een Nederlander zag zegevieren, in meer en mindere mate bijrollen. Mollema zag zijn achterstand op de Gele truidrager oplopen tot 8:58 (en dat was nog 1:44 toen hij tweede stond) en we moeten vrezen dat zijn huidige 6e plaats niet het einde van zijn stap terug zal zijn.

Ploeggenoot Robert Geesink vond zichzelf in 2010 in een vergelijkbare positie. Hij haakte ook vaak, op hangen en wurgen, aan en werd beloond met een 6e plek in Parijs (die later op papier 5e werd toen Contador zijn winst werd afgenomen). Geesink, inmiddels rondrijdend als luxe knecht, finishte vandaag met Mollema (op 6:13 na de winnaar) en hield er een uitstekend contract aan over. Oud-sponsor Rabobank, zo is afgesproken, (over)betaald hem tot einde contract, jaarlijks bijna 1 miljoen euro. Het is een bezopen beloning maar zal wel marktconform zijn en deze tour en mediabelangstelling zullen Mollema en ten Dam geen windeieren leggen.

Nu we het glas half leeg hebben gedronken, is datzelfde glas natuurlijk ook halfvol en als we Mollema mogen geloven, zit daar echt niets stimulerends in. Jan Janssen wist dat zelfs zeker. Het wielrennen in Nederland leefde weer en ‘we spraken weer eens een woordje mee’. Bescheidenheid is wel gepast in dit enthousiasme. Journalist Bert Wagendorp vroeg Zoetemelk of hij zich herkende in het fietsen van Mollema. Joop zag wel overeenkomsten:  ‘Hij volgt net als ik’ (Jan Janssen heerlijk ad lib: ‘Joop loste nooit’) maar we praten hier wel over onvergelijkbare grootheden. Zoetemelk moest alleen zijn meerdere erkennen in Eddy Merckx en Bernard Hinault (en won zijn tour enigszins gelukkig toen Hinault in 1980 moest opgeven) maar kon wel degelijk aanvallen. Alleen al in de tour die hij had moeten winnen (’76 tegen van Impe) liet hij dat veelvuldig zien. Hoop niet dat Mollema, die steeds spartelt aan de kont van de kopgroep, op zijn beurt straks zegt, zichzelf te spiegelen aan het rijden van Joop Zoetemelk.

Waar ze ook eindigen, Mollema en ten Dam mogen met nog drie (3) dagen te gaan nu al terugkijken op een mooie, memorabele Tour. Ze hebben maximaal gepresteerd. Meer zat er niet in en ook volgend jaar zal men heel tevreden mogen als Nederland een top tien klassering ten deel valt. De Engelsen hebben een treffende typering die ik ze recentelijk, wat mij betreft dubieus, op Zlatan Ibrahimovic hoorde toepassen ‘Good but not great’ maar die voor het Nederlandse wielrennen in het algemeen, en deze jaargang Bauke Mollema in het bijzonder wel dekkend is.

Robert Leon ©

bettiniphoto_0149661_1_full_670

MART SMEETS: ‘IT’S EITHER CAPTURE OR GET CAUGHT’

ANP-12992284_jpg_crop_display

Door hoeveel manden wil Mart Smeets nog vallen voordat we als televisiekijkend en sportvolgend publiek van hem verlost zijn. Hij wast nu boetebewust (‘Ik had het moeten weten’) zijn handen in onschuld (‘…. maar niemand wist het’) en probeert te ‘cashen’ met een boekje – dubbelzinnig ‘Gepakt’ genoemd – waarin hij het bedrog beschrijft. Vijfvoudig tourwinnaar Jacques Anquetil openbaarde al vijftig (50) jaar geleden dat een dopingcontrole een intelligentietest is maar journalist Smeets sloeg er niet op aan. Het gebruik is van alle tijden en de huidige generatie – die zo schande spreekt van de Lance Armstrongs van gisteren – slikken en spuiten een middel dat straks weer zal worden onthuld. De gekwelde Smeets repte zelf al over een huidig gerucht dat er een middel is dat (nu nog) niet kan worden opgespoord. Wat een verrassing, Mart! Voor je gemoedsrust; het is geen roddel, het is de structurele wielerwaarheid. Bradley Wiggins rijdt echt niet bijna 60 kilometer in een uur op een bord Pasta.

In DWDD van afgelopen week, ontwaakte een ingeslapen Matthijs van Nieuwkerk, die Smeets stevig aan de tand voelde over de rol die hij juist niet gespeeld had. Mart had geen passende antwoorden en beet beledigend van zich af. Van Nieuwkerk vergaf het hem soepel en onmiddellijk, wat het tafereel nog extra pijnlijk maakte. Mart Smeets lag al; waarom nog trappen, moet barmhartige Matthijs snel hebben gedacht.

Mart

Hoe ontluisterend zijn recente optreden ook was, Smeets krabbelt echter glimlachend op. Hij schurkt nu al decennia tegen de vedetten aan en werd er multimiljonair door. Abonnees van Sport1 worden nu met hem geconfronteerd bij het basketbal. Laatst mocht Smeets los gaan bij een wedstrijd van de New York Knicks maar na de zoveelste keer ‘Smis’ in plaats van ‘Smith’, biedt gelukkig de mogelijkheid om te kiezen voor het originele, Amerikaanse en deskundige commentaar een verfrissende uitkomst. (RL/11 mei 2013)

DE KRITISCHE SMEETS
Aan de vooravond van de Olympische Spelen (de week na de Tour) draait Smeets warm met zijn Late Night London (maar dan in Hilversum). Aan tafel de oud-atleten Gerard Nijboer en de genaturaliseerde Amerikaan Troy Douglas.

Troy

Mart gaat al decennia gebukt onder de Dopingproblematiek. Zo beweert hij de Tour de France nooit echt goed te hebben verslagen omdat hij het wielerwereldje niet heeft kunnen doorgronden. Naar welke sport zat hij nu eigenlijk te kijken? Het hart van de journalist huilt en bloedt. Ik zie Joop Zoetemelk nog te biecht gaan bij paus Smeets. Joop had weer eens oneerlijk gesnoept maar Mart troost de latere Tourwinnaar: ‘Joop, IK blijf respect voor je houden’. Daar kon Zoetemelk het mee doen. Kruisvaarder Smeets laat het er niet bij zitten en vraagt het de sporters in het vervolg op de man af. ‘Lance, did you dope?’. Nu ook bij sprinter Troy: ‘Heb je gebruikt?’. Douglas lacht ontkennend zijn tanden bloot: Natuurlijk niet. Smeets vraagt niet door. De atleet werd door de IAAF 2 jaar geschorst maar de ingevoerde Mart kon het zich even niet herinneren. (RL/8 augustus 2012)

DRAMA QUEEN SMEETS
De beachvolleybalheren spelen (weer) om middernacht en nu moeten we (net als de dag ervoor) alles in slechts één uurtje proppen. Een duivels dilemma, een bijna onmogelijke opgave. Mart haalt er een bijna literair Leitmotif voor uit zijn archief. ‘Auf deutsch’ prevelt hij ‘dat in de beperking zich de meester toont’. Dat Mart het samen met de NOS nog aandurft. Het wordt echt een Mission impossible maar we hoeven niet te wanhopen. We krijgen echt Goud, Zilver en Brons aan tafel. Mart staat er garant voor.

Na slechts een reclameblok van 5 minuten trapt Mart om 22:30 af. Bert van Marwijk moet nog van stal worden gehaald om het uurtje te vullen en om 23:30 klaart Smeets, één uur later, zijn huzarenstukje. Exact een half uur vóórdat Schuil en Nummerdor het zand betreden. Mart verdient de volgende Nipkofschijf voor deze ‘Narrow escape’. Aansteller ….

TALENWONDER SMEETS
Mart reist al decennia op onze kosten de hele wereld over en sloot zich naar eigen zeggen regelmatig wekenlang op in Noord-Amerikaanse hotels om vanuit zijn kamer de enerverende sporten op TV te kunnen volgen.

Je mag veronderstellen dat zijn Engels uitstekend is maar alhoewel hij het miljoenen keren om zich heen goed heeft horen uitspreken, is het hem nooit opgevallen dat zijn ‘Senk Joe’, ‘Surty’ en ‘Wis’ toch echt niet overeenkomen met ‘Thank you’, ‘Thirty’ en ‘With’.

Het is tenenkrommend maar Mart dendert echter door zonder enige introspectie. Eind jaren zeventig interviewde hij Sven Nater, een Amerikaanse Nederlander die het in NBA had gemaakt nog voordat de buitenlanders in die competitie gemeengoed waren. De rustige Nater introduceerde de typering ‘Calm, cool and collected’ die prima op de basketballer van toepassing bleek.  Smeets heeft de omschrijving te pas en te onpas in zijn commentaren verwerkt.

Dieptepunt is Alonzo Mourning. De basketballer van toen Charlotte Hornets speelde tegen het Chicago Bulls van Michael Jordan. Mart doet verslag van de wedstrijd. Mourning staat aan de vrije worplijn. Zijn nickname is ‘Zo’ (spreek uit ‘Zooooo’). Het is te vanzelfsprekend voor woorden maar Smeets weet het beter. Volgens de kenner, moedigt zijn publiek hem aan met ‘Zoe’ en Mart herhaalt die kreet uiteraard oneindig …..

SMEETS, DE SPORTGESCHIEDENISVERVALSER
Theo Koomen had de naam maar Smeets kan er ook wat van. Kon je er bij Koomen nog hartelijk om lachen, Mart herschrijft de sporthistorie met een hautaine arrogantie die stuitend is.

We schrijven 2004, de Olympische Spelen in Athene. Het zoveelste Amerikaanse basketbal Dream team treedt aan tegen Angola. Mart doet de samenvatting en herinnert zich dat het 1e Dream team in 1992 ook deze Afrikanen trof. Smeets acteert zijn sportkennis. Natuurlijk wonnen de Amerikanen met Michael Jordan maar – beweert leraar Smeets – het was toch héél opmerkelijk dat de wedstrijd zo ‘close’ was en hij tovert een uitslag tevoorschijn die niet meer dan een verschil van 20 punten illustreert. Als onwetende kijker denk je, die Smeets is toch werkelijk op de hoogte. Als kenner weet je dat Mart de spreekwoordelijke plank volledig misslaat. De 1992 uitslag was namelijk: 116 – 48. Een verschil van 68 punten. Ja Mart, de Amerikanen kwamen met de schrik vrij.

Het is slechts één voorbeeld uit een zwartboek van missers en verzinsels. Het is onbegrijpelijk dat de man als expert wordt opgevoerd. Dit jaar zat hij nog als zodanig bij de DWDD te zwammen over basketballer Jeremy Lin. Willem Oltmans ging er prat op: ‘Ik naai alles aan elkaar’. Voorbeeld doet Mart volgen. (RL/9 augustus 2012)

Robert Leon ©

PS

‘UNITED HELS CARE’
Smeets voegt zojuist weer een nieuwe misser aan zijn krakkemikkige Engels toe. Een renner van UNITED HEALTH CARE rijdt lek op de Franse kasseien maar Mart kan nog altijd de ‘th’ niet maken. Kinderen doen het met het grootste gemak maar het valt Mart nog altijd niet op dat bijna iedereen het anders articuleert en wel correct uitspreekt. We kenden de klassiekers ‘Surty’, Senk you’ en ‘Wis’ maar tijdens Parijs-Roubaix breidt hij zijn vocabulaire met (United) ‘HELS’ (Care) uit. (RL/13 april 2014)

10152383_10152346277584592_935059954343747336_n

‘BABE’ SMEETS
Benfica verloor (gisteravond) heel treurig voor de achtste opeenvolgende keer een Europese finale. De Portugezen wijten het aanhoudende ongeluk aan een vloek die door een oud-trainer (Béla Guttmann) méér dan vijftig jaar geleden werd uitgesproken (‘In de volgende 100 jaar zal Benfica geen Europa Cup meer winnen’). Mart komt bij De Wereld Draait Door vertellen over vloeken in de sport en doet dat onderhoudend; alsof hij uit een spannend jongensboek voorleest. Smeets is in zijn element.

In zijn korte schets mag de misschien wel beroemdste van allemaal niet ontbreken: ‘The Curse of the Bambino’. Deze zogenaamde vloek zou het gevolg zou zijn van de transfer van honkbal-legende Babe Ruth van Boston Red Sox naar de gezworen vijand, New York Yankees. Het zou 86 jaar duren voordat de Red Sox de World Series weer zouden winnen. Smeets beweert met precisie dat de gewraakte overgang in 1916 plaats vond maar het gebeurde daadwerkelijk in 1920. Die aantal jaren zijn hem voor de gelegenheid vergeven. Ernstiger maar – je voelt het aankomen – weinig verrassend is dat hij het tot tweemaal toe over ‘Babe Roes’ heeft ….. Daar gaat Marts homerun. (RL/14 mei 2014)

Babe Ruus

SMEETS-LAST-NIGHT
Mart schuift weer eens aan bij DWDD. Hij is natuurlijk de enige man in Nederland die de prachtige (Basketbal) ESPN documentaire ‘Once Brothers’ over Divac en de wijlen Petrovic kan duiden. Terwijl Matthijs bewonderend op zijn rug ligt, doet de expert een onvervalst ‘Smeetsje’. Hij bespreekt de WK-finale van Joegoslavië tegen Rusland en weet publiekelijk en gerepeteerd opeens niet waarom hij zich (een uitslag van) ’92-77′ herinnert. Met andere woorden, ‘zie mij eens ingevoerd zijn!’.

De Russen – ik wist het ook niet – scoorden 75 punten. Niet alleen die eindstand maar ook de afwijking is irrelevant en te verwaarlozen. Mart heeft er wel eens flagranter naast gezeten maar vermoeiend is die blijkbaar niet te beteugelen drang om alle kennis paraat te hebben (en het dan maar monumentaal bij elkaar te verzinnen) om te showboaten. (RL/10 april 2015)